Erelonen & kosten
De erelonen en kosten vallen uiteen in drie componenten.
Ten eerste is er het ereloon voor de intellectuele prestaties. Het basistarief bedraagt €110,00 per uur. Na overleg en op grond van omstandigheden eigen aan het dossier kan hiervan worden afgeweken. Zo kan er bij de opvolging van incassodossiers worden gewerkt met vaste prijsafspraken onder de vorm van een ‘abonnement’. Ook kan de optie van een forfaitaire prijsafspraak worden bekeken, voor zover haalbaar.
Het is nooit mogelijk om voorafgaandelijk de totale kostprijs voor het behartigen van een dossier in te schatten.
Tijdens de eerste consultatie worden dus de concrete afspraken vastgelegd.
Ten tweede zijn er ook de kantoorkosten, verbonden aan de werking van het kantoor in het algemeen en de concrete opvolging en uitvoering van uw dossier. Denk maar aan opening van het dossier met bijhorende administratie, portkosten, kopieën, etc. Deze worden forfaitair begroot naar billijkheid.
Ten derde stellen er zich soms ook kosten van derden bloot, veelal gerechtskosten. Als voorbeeld kan gewezen worden op de kosten van de gerechtsdeurwaarder, rol- en griffierechten, expertisekosten. Soms kan het raadzaam zijn om een externe deskundige aan te stellen zoals een landmeter-expert als dit in het belang van het dossier is. Dit gebeurt steeds in onderling overleg en de cliënt heeft zelf de keuze hierin. De cliënt wordt hierbij rechtstreeks betrokken.
Er zijn nog een aantal aandachtspunten.
Zo wordt ook nagekeken of de erelonen en kosten niet ten laste van uw rechtsbijstandsverzekeraar kunnen worden gelegd. Dit komt veelal voor bij verkeers- of aansprakelijkheidsdossiers. De verzekeraar zal dan deze kosten betalen.
Ook wordt nagegaan of u in aanmerking komt voor volledig of gedeeltelijk juridische tweedelijnsbijstand, of in de volksmond pro deo. In dit geval kan bekeken worden of u direct kan worden geholpen, ofwel dat u wordt doorverwezen naar het bureau voor juridische bijstand (BJB).
In het kader van een procedure voor een rechtbank, hof of administratief rechtscollege kan er aanspraak gemaakt worden op de terugbetaling van de gerechtskosten en in het voorkomend geval een rechtsplegingsvergoeding als men als partij in het gelijk wordt gesteld. Dit laatste vormt een bij wet forfaitair vastgelegde vergoeding voor de erelonen en kosten. Door haar forfaitair karakter zal dit veelal niet de reële kost van een advocaat dekken.